| |||
medeleven (с кем-л.); medemaken; meeleven; beleven; doorleven; doormaken; meeleven (с кем-л.); meemaken; ondervinden; overbrengen; ervaren (Сова) | |||
| |||
piekeren over (Wif) | |||
| |||
lijden (bv.: zij leed erg onder de ruzie met haar vriend Stasje) | |||
Russian thesaurus | |||
| |||
волноваться (MichaelBurov) |
переживать: 9 phrases in 2 subjects |
Economy | 1 |
General | 8 |