упрекать | |
gen. | de mantel uitvegen; de mantel uitborstelen; een verwijt maken; gispen; hardvallen; misprijzen |
обвиняться | |
law | telastegelegd worden |
| |||
iem. de mantel uitvegen (кого-л.); iem. de mantel uitborstelen (кого-л.); iem. een verwijt maken; gispen; hardvallen; misprijzen; verwijten; voorhouden; voorwerpen; wijten; wraken (ms.lana); aanwrijven (vlaams_vrouwe) | |||
iem. de pels uitkloppen (кого-л.) |
упрекать: 3 phrases in 2 subjects |
General | 2 |
Idiomatic | 1 |