| |||
meerder; overmachtig (силой, численностью); prevalent; overschreden (IMA) | |||
| |||
te boven gaan; afwinnen; de kroon spannen (кого-л.); iem. de loef afsteken (кого-л.); overschitteren; overtreffen; overvleugelen; prevaleren; tarten | |||
uitsteken |
превосходящий: 2 phrases in 1 subject |
General | 2 |