DictionaryForumContacts

   English
Google | Forvo | +
noun | verb | to phrases
spike [spaɪk] n
CNC piek f; spits n
commun. fijne puls
construct. spijker m; nagel m; draadnagel m
el. uitschieter m
health. spiculum
industr., construct. puntenschoen m
industr., construct., mech.eng. kopspijkertje; nageltje
industr., construct., met. bodemspiek
mater.sc. lange draadnagel; punt f
mech.eng., construct. kraagschroef f; spoorspijker
med. zuignaald f; actiepotentiaal; impuls m
nucl.pow. speciaal verrijkt splijtstofpakket
phys.sc., nucl.pow. prik m; spijk n
social.sc. naald f; shotter m; spuit f; pomp f; spuiter m
transp., avia. konisch inlaatstuk
spikes [spaiks] v
IT, el. uitschieters
spike [spaɪk] v
transp., industr., construct. spike
spiking v
earth.sc. indicatortoevoeging; traceradditie
met. blokkeren
nucl.pow. spikkelen
 English thesaurus
SPIKE [spaɪk] abbr.
abbr. Specially Prepared Individuals For Key Events; Spike's Personality Is Kinda Evil
abbr., ed., scient. Student's Personal Integrated Knowledge Environment
abbr., file.ext. Science Planning Intelligent Knowledge-Based Environment (STScI)
spikes: 75 phrases in 15 subjects
Agriculture18
Communications1
Earth sciences3
Electronics5
Energy industry1
Finances1
General9
Hobbies and pastimes1
Industry7
Labor law1
Mechanic engineering15
Metallurgy3
Natural sciences4
Patents1
Transport5