vliegen – phrases

Terms for subject General containing vliegen | all forms | exact matches only

Dutch	Russian
blind vliegen	летать слепым полётом
de lucht in laten vliegen	подоврать (ХV)
iem. een vlieg afvangen	опередить (кого-л.)
ertegen vliegen	попасть впросак
geen vlieg kwaad kunnen doen	мухи не обидеть
hij vliegt niet hoog	он звёзд с неба не хватает
hoger willen vliegen dan men kan	взять себе непосильное дело
hoger willen vliegen dan men kan	хотеть прыгнуть выше головы
in de lucht vliegen	взлететь на воздух
in de lucht vliegen	взорваться
in formatie vliegen	лететь соединением
iem. in het haar vliegen	поссориться (с кем-л.)
iem. in het haar vliegen	наброситься (на кого-л.)
iem. in het haar vliegen	налететь
niets afslaan dan vliegen	ни от чего не отказываться
niets afslaan dan vliegen	принимать всё
op het lijmstokje vliegen	дать заманить себя
toen de kooi openstond, vloog de vogel eruit	когда клетка была открыта, птица вылетала из неё
twee vliegen in een klap slaan	убить двух зайцев одним ударом
twee vliegen in een klap slaan	делать два дела сразу
Wat vliegt de tijd!	Как время летит! (alenushpl)
Wat vliegt de tijd!	Как летит время! (alenushpl)