kloppen – phrases

Terms containing kloppen | all forms | exact matches only

Subject	Dutch	Russian
gen.	aan de deur kloppen	стучать в дверь
gen.	dat is aan een dovemans deur geklopt	это глас вопиющего в пустыне
gen.	dat klopt	правильно! (ЛА)
gen.	dat klopt	так! (ЛА)
gen.	de tegenstander heeft klop gehad	противник разбит
gen.	de tegenstander is geklopt	противник разбит
gen.	die cijfers kloppen niet	эти цифры не сходятся
gen.	een klop op de deur	стук в дверь
gen.	eieren kloppen	взбивать яйца
dial.	er een boer mee van zijn paard kunnen kloppen	пустые фразы (ook met andere ww: slagen, slaan, meppen, gooien…; 1) om aan te geven dat iets heel hard of stevig is 2) ook fig. ‘dooddoener' Сова)
gen.	er wordt geklopt	стучат
fig.	iem. geld uit de zak kloppen	выманить у кого-л. деньги
gen.	klop geven	бить
gen.	klop geven	поколотить
gen.	klop geven	колотить
gen.	klop krijgen	быть битым
gen.	klop krijgen	получить взбучку
idiom.	klopt als zwerende vinger	точно как в аптеке (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.)) Сова)
inf.	klopt dat?	правильно? (DUPLESSIS)
inf.	klopt dat?	верно? (DUPLESSIS)
gen.	op de deur kloppen	стучать в дверь
gen.	op de schouder kloppen	похлопывать по плечу
gen.	wacht kloppen	быть в карауле
gen.	wacht kloppen	стоять на посту
gen.	zich op de borst kloppen	бить себя в грудь

Get short URL