DictionaryForumContacts

Morphology analysis
omroep (594) | Noun, masculine
omroep singular singular
omroepen plural plural
omroepen (16) | Verb
1 omroepen
2 omroepend
3 omgeroepen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeroepen
11 omgeroepen
12 omgeroepen
13 omgeroepen
14 omgeroepen
15 omgeroepen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeroepen
23 omgeroepen
24 omgeroepen
25 omgeroepen
26 omgeroepen
27 omgeroepen
28 omroepen
29 omroepen
30 omroepen
31 omroepen
32 omroepen
33 omroepen
34 omgeroepen
35 omgeroepen
36 omgeroepen
37 omgeroepen
38 omgeroepen
39 omgeroepen
40 omroepen
41 omroepen
42 omroepen
43 omroepen
44 omroepen
45 omroepen
46 omgeroepen
47 omgeroepen
48 omgeroepen
49 omgeroepen
50 omgeroepen
51 omgeroepen
52 om