Russian ⇄ Abkhaz Bashkir Chinese Czech Danish Dutch English Esperanto Estonian Finnish French Georgian German Hebrew Hungarian Italian Japanese Kalmyk Khmer Latvian Norwegian Bokmål Polish Portuguese Spanish Swedish Tajik Turkish Ukrainian Vietnamese

хвастаться v stresses
gen.	de boel opscheppen; glorieren; ophakken; ophef maken; opsnijden; pochen; pralen; protsen; roemen (op-чем-л.); zich laten voorstaan (op-чем-л.); zich verheffen op iets; zwetsen; banjeren (IMA); stoefen (Belg., inf. Radus); bluffen (op- чем-л.); pronken
fig.	paraderen
хвастать v
gen.	snurken; bogen; brallen; de boel opscheppen; geuren; het kwam zo in de praat te pas veel hebben; kouwe drukte maken; met spek schieten; opsnijden; snoeven; snorken; stoffen; grootdoen
fig.	geur maken
только inf хвастаться v
gen.	grootspreken
хвастать чем-л. v
gen.	opscheppen over (Wif)

хвастаться: 1 phrase in 1 subject

General

1