| |||
medegeven; achterstaan; afstaan; bakzeil halen; concessies doen; inruimen; meegeven; overdoen; overdragen; overlaten; resigneren; toegeven; uitwijken; voor iem. onderdoen (кому-либо); wijken; iem. zijn zin geven (кому-л.); zoete broodjes bakken; zwichten; laten | |||
bijbrassen | |||
bijdraaien; overstag gaan |
уступать: 15 phrases in 1 subject |
General | 15 |