| |||
bouwen (alenushpl); metselen (из кирпича); opbouwen; oprichten; optrekken; scharen; timmeren (из дерева); zetten; verrijzen (AnjaD); aanleggen (met-отношения с кем-л. ms.lana); aanbouwen (ms.lana) | |||
construeren | |||
formeren | |||
| |||
in aanbouw zijn; zich scharen | |||
aantreden | |||
| |||
tot stand brengen (Veronika78) | |||
Russian thesaurus | |||
| |||
строительный |
строить: 21 phrases in 1 subject |
General | 21 |