| |||
aankunnen; aankunnen (Ukr); afkomen; klaarkomen; klaarkrijgen (с чем-л.); klaarspelen (с чем-л.); opknappen; iets voor elkaar krijgen (с чем-л.); overmeesteren (ms.lana); kunnen doen (Ukr) | |||
| |||
behelpen (Сова) | |||
| |||
terechtbrengen iets van (Сова) |
справиться: 12 phrases in 2 subjects |
General | 11 |
Informal | 1 |