| |||
rekenen; rekenen (на - op YaP); berekenen; calculeren; op iem. vertrouwen (на кого-л.); speculeren (op-на); staat maken op; toeleggen; uitmonsteren; zich spitsen; rekenen (YaP); afmeten (время) | |||
doorrekenen (Groningen) | |||
| |||
verwachten (на что-л.) | |||
| |||
aanzuiveren; rekenen (met-с) | |||
nummeren (по номерам) |
рассчитывать: 8 phrases in 2 subjects |
General | 7 |
Saying | 1 |