| |||
prikkelend; tergend; irritant (Onverwachte gast); chagrijnig (ik word chagrijnig van dit soort spreekwoorden -- раздражают меня эти поговорки Janneke Groeneveld); frustrerend (alenushpl) | |||
| |||
aanstoot geven; ergeren; iem. het hoofd warm maken (кого-л.); irriteren; koeioneren; mishagen; ontstemmen; opwinden; prikkelen; stoten; tergen; verbitteren; verstoren; vertoornen; frustreren (alenushpl); pikeren | |||
| |||
aanstoot nemen aan (чем-л.); zich ergeren (aan - на (Ik erger me aan jou) Wieringa) | |||
druk maken over (Сова) |
раздражающий: 5 phrases in 3 subjects |
Environment | 1 |
Figure of speech | 1 |
General | 3 |