| |||
achterwege laten; missen; iets over het hoofd zien; overslaan; overspringen (при чтении); passeren; verkijken; verzuimen; voorlaten (вперёд); weglaten (упускать); wegblijven; verstek laten gaan (Сова); inlaten |
пропускать: 10 phrases in 1 subject |
General | 10 |