| |||
aan het hof komen (ко двору); schijnen; voorwenden (не тем, что есть); zich aanbieden; zich aandienen; zich aanmelden; zich melden; zich presenteren; zich voordoen (о случае, возможности); zich voorstellen; dunken (Stasje) | |||
| |||
afbeelden; affecteren; afschilderen; bijbrengen (довод, свидетельство); de mogelijkheid bieden; inleiden (человека); onderstellen (себе); opvoeren; overleggen (документы); presenteren; uitbeelden; uithalen; verbeelden; vertegenwoordigen; vertonen; voordragen (к должности); voorleggen; voorstaan (интерес); voorstellen (кого-л., что-л.); zich inbeelden (себе); inleven (IMA); bieden (Сова) | |||
vertolken | |||
| |||
gelegd (Krijndel) | |||
| |||
pleiten (slot) | |||
| |||
verwerken (Alexander Oshis) |
представляться: 26 phrases in 2 subjects |
Figurative | 1 |
General | 25 |