| |||
rekenen (op-на); bouwen; op iem. vertrouwen; toekomen; zich verlaten (op-на); afgaan op (ms.lana) | |||
| |||
aannemen; achten; beschouwen; geloven; houden; in de mening verkeren; menen; poneren; schatten; vermenen; vermoeden; wanen |
полагаться: 10 phrases in 1 subject |
General | 10 |