 |
verb | verb | to phrases
| |||
| aansnijden (вопрос и т.п.); beuren (груз); heffen; hijsen; lichten (ms.lana); opbeuren; opbrengen; opdragen; opdrijven; ophalen; ophebben; opheffen; ophijsen (флаг); ophogen; opjagen; opjagen (зверя, дичь); oplaten (занавес); oplichten; oppakken; oprapen; oprichten; opschuiven; opslaan (глаза); opsteken; optillen; optrekken; opvatten; opvoeren; opwaaien (пыль); opzetten; overal maken; rapen; schorten; spannen (паруса); tillen; verheffen; verhogen; opnemen | |||
| |||
| beklauteren; beklimmen; bestijgen (на); klimmen (о солнце, воде и т.п.); losbarsten (о ветре, буре и т.п.); opdrijven; opgaan; opklimmen (по лестнице, в гору и т.п.); opkomen; oplopen (tegen-на); opschieten; opslaan (о цене); opstaan; opstappen; opstijgen; opstuiven; opvaren; opwaaien; rijzen; steigeren; stijgen; uitschieten; verrijzen o; zich verheffen; oprijzen | |||
| uitzoomen | |||
| |||
| aankaarten (IMA) | |||
| поднимать: 55 phrases in 5 subjects |
| Dialectal | 1 |
| Figurative | 4 |
| General | 48 |
| Idiomatic | 1 |
| Nautical | 1 |