| |||
hoor (переводится по контексту) Hij heeft 't zelf gezegd, hoor! - Нет, правда, он сам это сказал! / Dat weet ik niet, hoor. - Слушай, я не знаю. / Straks komen we nog te laat! — Nee hoor, we hebben nog genoeg tijd. / Je slaapt al dagen slecht. Das is niet goed, hoor. Vasstar) | |||
| |||
nou (wat ga jij nou doen?! - Ты что собираешься делать-то?! Kom je nou nog? - Ты ещё придёшь или как? Vasstar) |