| |||
breken; kapotgaan; ontzetten; zich aanstellen; sneuvelen (De goedkope kast sneuvelde tijdens de eerste verhuis. Allegrra) | |||
| |||
kroken; breken; indrukken; kapotmaken; kapotslaan (ударом); kappen; kreuken; moeren; omhalen; slopen; stukmaken; verbreken; wringen |
ломаться: 15 phrases in 4 subjects |
Figurative | 1 |
General | 11 |
Humorous / Jocular | 1 |
Informal | 2 |