поощрять | |
gen. | aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; begunstigen |
побуждать | |
gen. | aandrijven |
| |||
aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; begunstigen; bevorderen; opbouwen; pousseren; stijven | |||
sporen |
поощрять: 1 phrase in 1 subject |
Linguistics | 1 |