| |||
afhelpen; bedanken (от должности); bevrijden; in vrijheid stellen (кого-л., из-под ареста); inruimen (место); kwijtschelden (от обязанности, наказания и т.п.); loskrijgen; loslaten; ontdoen; ontheffen; ontzetten; op vrije voeten stellen; opruimen (помещение); remitteren (от уплаты долга); ruimen; verlossen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten; vrijmaken; vrijstellen (кого-л., от чего-л.); vrijvechten (с боем) | |||
ontslaan | |||
| |||
loskomen; losraken; vrij worden; vrijkomen; vrijloten (от военной службы по жребию); zich losmaken; zich ontworstelen; zich vrijmaken | |||
| |||
ontheven aan (Veronika78) | |||
| |||
ontruimen (honselaar) |
освобождать: 8 phrases in 2 subjects |
General | 7 |
Law | 1 |