| |||
afleggen; afspannen (экипаж); opschorsen; opschorten; opschuiven; overleggen; schorsen; ter zijde leggen (в сторону); uitstellen; verdagen; verschikken; verschuiven (срок и т.п.); wegbergen; wegleggen; vertragen | |||
uitschuiven (Om te beginnen was er iets wat ik al een tijd voor me uit had geschoven - Во-первых, было одное дело, которое я уже давно откладывала на потом Janneke Groeneveld) | |||
| |||
opbergen (solkatta) |
откладывать: 12 phrases in 3 subjects |
General | 10 |
Idiomatic | 1 |
Informal | 1 |