DictionaryForumContacts

   English
Google | Forvo | +
noun | verb | adjective | to phrases
couple ['kʌp(ə)l] n
gen. stelletje n (We zijn een stelletje irliandiia)
construct. gebint n
hydraul. koppel m (statica)
coupling ['kʌplɪŋ] v
gen. koppeling
earth.sc., mech.eng. mof; sok
health. aantrekkingsfase
industr., construct. combinatie
IT afhankelijkheid; relatie; wisselwerking
mech.eng. verbindingsmof; tussenbak; schroefmof; tandwiel met binnenvertanding
transp., mater.sc. voorspanning
transp., mech.eng. Koppeling; schakeling
transp., nautic., tech. het koppelen
work.fl., IT verbinding intern in een documentatietaal
to couple ['kʌp(ə)l] v
mech.eng. embrayeren
couple ['kʌp(ə)l] adj.
earth.sc. koppel; krachtenpaar
industr., construct., mech.eng. koppelen
stat., el. platenpaar
to couple ['kʌp(ə)l] adj.
industr., construct. koppelen
 English thesaurus
COUPLE ['kʌp(ə)l] abbr.
abbr., el. communications-oriented user programming language
couple: 268 phrases in 27 subjects
Agriculture7
Astronautics2
Chemistry1
Communications19
Construction1
Cultural studies1
Earth sciences22
Electronics32
General10
Human rights activism2
Industry3
Information technology9
Labor law1
Law5
Life sciences2
Materials science4
Mechanic engineering57
Medical2
Metallurgy1
Natural sciences1
Physical sciences2
Procedural law6
Social science1
Taxes1
Technology3
Transport68
Work flow5