Russian | Dutch |
иметь отношение к ч-либо | te maken hebben met (zij zijn geinteresseerd in alles wat te maken heeft met ecologisch tuinieren dashnyaa) |
иметь про запас | iets achter de hand hebben (Сова) |
не иметь проблем | er geen kind aan hebben ((=er geen last mee hebben). Сова) |
преуспевать, иметь успех | zoete broodjes bakken (КоШШа) |