elkaar – phrases

Terms for subject General containing elkaar | all forms | exact matches only

Dutch	Russian
aan elkaar gewaagd zijn	не уступать друг другу
achter elkaar	друг за другом
achter elkaar	один за другим
achter elkaar	подряд
alles bij elkaar	все вместе (AnjaD)
Alles bij elkaar genomen...	В общем и целом... (Alles bij elkaar genomen was hij veel meer geworden dan een gewone koning. Родриго)
als droog zand aan elkaar hangen	быть несвязным
als droog zand aan elkaar hangen	не иметь связи между собой
als een kaartenhuis in elkaar vallen	развалиться как карточный домик
bergen en dalen ontmoeten elkaar niet, maar mensen wel	гора с горой не сходятся, а человек с человеком всегда
bij elkaar	вместе
bij elkaar hokken	сидеть друг подле друга
bij elkaar hordenloop	составлять пару
bij elkaar insteken	идти под руку (с кем-л.)
bij elkaar komen	собираться
bij elkaar komen	встречаться
bij elkaar komen	соединяться (Wieringa)
bij elkaar kruipen	сидеть прижавшись друг к другу
bij elkaar kruipen	прижиматься друг к другу
bij elkaar voegen	компоновать (IMA)
dat zit goed in elkaar	в этом есть толк
de koppen bij elkaar steken	замышлять что-л. вместе
de koppen bij elkaar steken	сговариваться о (чём-л.)
de tanden op 'elkaar klemmen	стиснуть зубы
die kleuren vloeken met elkaar	эти цвета не подходят друг к другу
door elkaar	смешанный
door elkaar	перепутанный
door elkaar husselen	тасовать карты (alleo)
door elkaar husselen	мешать домино (alleo)
door elkaar husselen	перепутать факты, бумаги (alleo)
door elkaar liggen	лежать вперемешку
elkaar aflossen	сменять друг друга
elkaar bij de kop krijgen	вцепиться друг другу в волосы
elkaar krijgen	закончить дело свадьбой
elkaar krijgen	пожениться
elkaar kruisen	расходиться
elkaar kruisen	разминуться (о людях, письмах)
elkaar laten overlappen	совместить (Ukr)
elkaar ontmoeten	встречаться
elkaar snijden	пересекаться
elkaar te lijf gaan	сцепиться, устроить свару друг с другом. (Мардж Симпсон)
elkaar verdragen	ладить друг с другом
elkaar verdragen	уживаться
elkaar verstaan	ладить друг с другом
geld bij elkaar schrapen	наскребать (деньги)
geld bij elkaar schrapen	собирать
geld bij elkaar schrapen	копить
gezellig bij elkaar zijn	приятно провести время (с кем-л.)
het naast elkaar bestaan	сосуществование
hij weet de einden niet aan elkaar te knopen	он не может свести концы с концами
in elkaar flansen	наспех собирать
in elkaar flansen	компилировать (статью и т.п.)
iets in elkaar friemelen	смять
iets in elkaar friemelen	комкать (что-л.)
iets in elkaar friemelen	скомкать (что-л.)
iets in elkaar friemelen	мять
in elkaar kruipen	съёживаться
in elkaar kruipen	сжиматься
in elkaar lappen	небрежно шить
in elkaar slaan	молотить кулаками (Ukr)
in elkaar zakken	осесть (arsenija)
in elkaar zakken	упасть в обморок (arsenija)
in elkaar zakken	упасть мешком (arsenija)
in elkaar zetten	составлять (вместе)
kwaad met elkaar zijn	ссориться
laten wij elkaar helpen	давайте помогать друг другу
lijnrecht tegenover elkaar staan	совершенно расходиться н-р, во взглядах, мнениях, быть совершенно противоположным, быть совершенно разным (irinapunt)
met de handen over elkaar zitten	сидеть сложа руки
met de handen over elkaar zitten	ничего не делать
met elkaar	друг с другом
met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen	с трудом сводить концы с концами
na elkaar	один за другим
naast elkaar bestaan	сосуществовать
onder elkaar	между собой
onder elkaar	друг с другом
op elkaar aangewezen zijn	зависеть друг от друга (Сова)
op elkaar inrijden	наезжать
op elkaar inrijden	сталкиваться
op elkaar lijken als het ene ei op het andere	быть похожим друг на друга как две капли воды
op elkaar lijken als twee druppels water	походить друг на друга как две капли воды
personen tegen elkaar uitspelen	использовать одних против других
twee auto's botsten tegen elkaar	две автомашины налетели друг на друга
twee auto's botsten tegen elkaar	две автомашины столкнулись
uit elkaar spatten	разлетаться
van elkaar	врозь (Krijndel)
van elkaar	независимо друг от друга (Krijndel)
van elkaar	на расстоянии (Krijndel)
van elkaar	особняком (Krijndel)
van elkaar	порознь (Krijndel)
van elkaar	по отдельности (Krijndel)
van elkaar afraken	расходиться
voeling met elkaar hebben	держать связь друг с другом
voeling met elkaar hebben	быть связанным друг с другом
iets voor elkaar krijgen	справиться (с чем-л.)
iets voor elkaar krijgen	осуществить (что-л.)
ze alle vijf bij elkaar hebben	быть в своём уме
zich aan elkaar ketenen	привязаться друг к другу
zij hebben elkaar niets te verwijten	они не могут друг друга ни в чём упрекнуть
zij kunnen elkaar aan	они не уступают друг другу/они друг друга стоят (Ukr)
zij lijken op elkaar als twee druppels water	они похожи друг на друга как две капли воды
zij ontlopen elkaar niet veel ontlopen	они не многим отличаются друг от друга
zij zijn zeer gemeenzaam met elkaar	они очень близки друг другу

Get short URL