DictionaryForumContacts

   Russian
Terms containing распоряжаться | all forms | exact matches only
SubjectRussianDutch
gen.здесь он не имеет права распоряжатьсяhij heeft niets in te brokkelen
ed.править, управлять, заправлять, верховодить, ворочать, распоряжаться, руководить, дирижировать, командовать, хозяйничать, начальствоватьaan de touwtjes trekken (=de baas zijn, alles regelen, het voor het zeggen hebben Сова)
gen.распоряжаться деньгамиaan het laatje zitten
inf.de touwtjes in handen hebben - управлять, распоряжаться, верховодитьtouwtje (ЛА)