видеть – phrases

Terms containing видеть | all forms | exact matches only

Subject	Russian	Dutch
slang	в упор не видеть	sjoege geven (bargoens Сова)
gen.	видеть во сне	dromen
gen.	видеть всё в розовом свете	alles rooskleurig zien
gen.	видеть всё в чёрном свете	alles zwart zien
fig.	видеть кого-л. насквозь	iem. geschoten hebben
gen.	видеть насквозь	doorzien
gen.	видеться, видеть, глядеть, смотреть, рассматривать, обсуждать	aanzien (ms.lana)
gen.	видит бог!	bij god (Veronika78)
gen.	много видеть на своём веку	veel beleven
fig.	не видеть выхода	ergens geen gat in zien (из чего-л.)
gen.	не видеть выхода из положения	ten einde raad zijn
gen.	не видеть выхода из положения	niet meer weten waar men het zoeken moet
fig.	не видеть выхода из создавшегося положения	bij de pakken neerzitten
gen.	не видеть ни зги	geen hand voor ogen kunnen zien
idiom.	не видеть ничего страшного в чем-л., быть не против	geen graten zien (in iets juliab.copyright)
fig.	не видеть трудностей в	geen graten in iets vinden (чём-л.)
gen.	не вижу никакой возможности	ik zie er geen kans toe (сделать это)
gen.	неправильно видеть	miszien
gen.	ну вот, видишь	zie je? (nikolay_fedorov)
gen.	он не видит дальше своего носа	hij kijkt niet verder dan als zijn neus lang is
fig.of.sp.	Он не видит дальше своего носа	Hij lijkt niet verder dan zijn neus lang is (Janneke Groeneveld)
gen.	он не видит дальше своего носа	hij ziet niet verder dan als zijn neus lang is
gen.	Спасибо! Будем рады видеть Вас снова!	Bedank voor Uw bezoek en graag tot ziens! (Alexander Oshis)
gen.	только его и видели	het nakijken hebben en naast grijpen (Сова)
proverb	что пользы от очков и свечи если сова не желает видеть	wat baten kaars en bril als de uil niet zien wil (chance)
gen.	это страшно видеть	het is niet aan te zien
gen.	я видел, как он пришёл	ik zag hem komen
gen.	я вижу его	ik zie hels
gen.	я вижу её	ik zie haantje

Get short URL