DictionaryForumContacts

Morphology analysis
uitlaat (736) | Noun, masculine
uitlaat singular singular
uitlaten plural plural
uitlaten (28) | Verb
1 uitlaten
2 uitlatend
3 uitgelaten
4 uit
5 uit
6 uit
7 uit
8 uit
9 uit
10 uitgelaten
11 uitgelaten
12 uitgelaten
13 uitgelaten
14 uitgelaten
15 uitgelaten
16 uit
17 uit
18 uit
19 uit
20 uit
21 uit
22 uitgelaten
23 uitgelaten
24 uitgelaten
25 uitgelaten
26 uitgelaten
27 uitgelaten
28 uitlaten
29 uitlaten
30 uitlaten
31 uitlaten
32 uitlaten
33 uitlaten
34 uitgelaten
35 uitgelaten
36 uitgelaten
37 uitgelaten
38 uitgelaten
39 uitgelaten
40 uitlaten
41 uitlaten
42 uitlaten
43 uitlaten
44 uitlaten
45 uitlaten
46 uitgelaten
47 uitgelaten
48 uitgelaten
49 uitgelaten
50 uitgelaten
51 uitgelaten
52 uit