DictionaryForumContacts

Morphology analysis
uitkies (17) | Noun, feminine
uitkies singular singular
uitkiezen plural plural
uitkiezen (169) | Verb
1 uitkiezen
2 uitkiezend
3 uitgekozen
4 uit
5 uit
6 uit
7 uit
8 uit
9 uit
10 uitgekozen
11 uitgekozen
12 uitgekozen
13 uitgekozen
14 uitgekozen
15 uitgekozen
16 uit
17 uit
18 uit
19 uit
20 uit
21 uit
22 uitgekozen
23 uitgekozen
24 uitgekozen
25 uitgekozen
26 uitgekozen
27 uitgekozen
28 uitkiezen
29 uitkiezen
30 uitkiezen
31 uitkiezen
32 uitkiezen
33 uitkiezen
34 uitgekozen
35 uitgekozen
36 uitgekozen
37 uitgekozen
38 uitgekozen
39 uitgekozen
40 uitkiezen
41 uitkiezen
42 uitkiezen
43 uitkiezen
44 uitkiezen
45 uitkiezen
46 uitgekozen
47 uitgekozen
48 uitgekozen
49 uitgekozen
50 uitgekozen
51 uitgekozen
52 uit