DictionaryForumContacts

Morphology analysis
terugblik (14) | Noun, masculine
terugblik singular singular
terugblik | Noun, neuter
terugblik singular singular
terugblikken (14) | Verb
1 terugblikken
2 terugblikkend
3 geterugblokken
4 terugblik
5 terugblikt
6 terugblikt
7 terugblikken
8 terugblikken
9 terugblikken
10 geterugblokken
11 geterugblokken
12 geterugblokken
13 geterugblokken
14 geterugblokken
15 geterugblokken
16 terugblok
17 terugblok
18 terugblok
19 terugblokken
20 terugblokken
21 terugblokken
22 geterugblokken
23 geterugblokken
24 geterugblokken
25 geterugblokken
26 geterugblokken
27 geterugblokken
28 terugblikken
29 terugblikken
30 terugblikken
31 terugblikken
32 terugblikken
33 terugblikken
34 geterugblokken
35 geterugblokken
36 geterugblokken
37 geterugblokken
38 geterugblokken
39 geterugblokken
40 terugblikken
41 terugblikken
42 terugblikken
43 terugblikken
44 terugblikken
45 terugblikken
46 geterugblokken
47 geterugblokken
48 geterugblokken
49 geterugblokken
50 geterugblokken
51 geterugblokken
52 terugblik