DictionaryForumContacts

Morphology analysis
opbouwen (7) | Noun, masculine
opbouwen singular singular
opbouwennen plural plural
opbouwen (737) | Verb
1 opbouwen
2 opbouwend
3 geopbouwen
4 opbouw
5 opbouwt
6 opbouwt
7 opbouwen
8 opbouwen
9 opbouwen
10 geopbouwen
11 geopbouwen
12 geopbouwen
13 geopbouwen
14 geopbouwen
15 geopbouwen
16 opbieuw
17 opbieuw
18 opbieuw
19 opbieuwen
20 opbieuwen
21 opbieuwen
22 geopbouwen
23 geopbouwen
24 geopbouwen
25 geopbouwen
26 geopbouwen
27 geopbouwen
28 opbouwen
29 opbouwen
30 opbouwen
31 opbouwen
32 opbouwen
33 opbouwen
34 geopbouwen
35 geopbouwen
36 geopbouwen
37 geopbouwen
38 geopbouwen
39 geopbouwen
40 opbouwen
41 opbouwen
42 opbouwen
43 opbouwen
44 opbouwen
45 opbouwen
46 geopbouwen
47 geopbouwen
48 geopbouwen
49 geopbouwen
50 geopbouwen
51 geopbouwen
52 opbouw