DictionaryForumContacts

Morphology analysis
omdraaien (3847) | Verb
1 omdraaien
2 omdraaiend
3 omgedraaid
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgedraaid
11 omgedraaid
12 omgedraaid
13 omgedraaid
14 omgedraaid
15 omgedraaid
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgedraaid
23 omgedraaid
24 omgedraaid
25 omgedraaid
26 omgedraaid
27 omgedraaid
28 omdraaien
29 omdraaien
30 omdraaien
31 omdraaien
32 omdraaien
33 omdraaien
34 omgedraaid
35 omgedraaid
36 omgedraaid
37 omgedraaid
38 omgedraaid
39 omgedraaid
40 omdraaien
41 omdraaien
42 omdraaien
43 omdraaien
44 omdraaien
45 omdraaien
46 omgedraaid
47 omgedraaid
48 omgedraaid
49 omgedraaid
50 omgedraaid
51 omgedraaid
52 om
omgaan (132) | Verb
1 omgaan
2 omgaand
3 omgegaan
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgegaan
11 omgegaan
12 omgegaan
13 omgegaan
14 omgegaan
15 omgegaan
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgegaan
23 omgegaan
24 omgegaan
25 omgegaan
26 omgegaan
27 omgegaan
28 omgaan
29 omgaan
30 omgaan
31 omgaan
32 omgaan
33 omgaan
34 omgegaan
35 omgegaan
36 omgegaan
37 omgegaan
38 omgegaan
39 omgegaan
40 omgaan
41 omgaan
42 omgaan
43 omgaan
44 omgaan
45 omgaan
46 omgegaan
47 omgegaan
48 omgegaan
49 omgegaan
50 omgegaan
51 omgegaan
52 om
omkleden (4) | Verb
1 omkleden
2 omkledend
3 omgekleed
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgekleed
11 omgekleed
12 omgekleed
13 omgekleed
14 omgekleed
15 omgekleed
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgekleed
23 omgekleed
24 omgekleed
25 omgekleed
26 omgekleed
27 omgekleed
28 omkleden
29 omkleden
30 omkleden
31 omkleden
32 omkleden
33 omkleden
34 omgekleed
35 omgekleed
36 omgekleed
37 omgekleed
38 omgekleed
39 omgekleed
40 omkleden
41 omkleden
42 omkleden
43 omkleden
44 omkleden
45 omkleden
46 omgekleed
47 omgekleed
48 omgekleed
49 omgekleed
50 omgekleed
51 omgekleed
52 om
omkomen (29) | Verb
1 omkomen
2 omkomend
3 omgekomen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgekomen
11 omgekomen
12 omgekomen
13 omgekomen
14 omgekomen
15 omgekomen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgekomen
23 omgekomen
24 omgekomen
25 omgekomen
26 omgekomen
27 omgekomen
28 omkomen
29 omkomen
30 omkomen
31 omkomen
32 omkomen
33 omkomen
34 omgekomen
35 omgekomen
36 omgekomen
37 omgekomen
38 omgekomen
39 omgekomen
40 omkomen
41 omkomen
42 omkomen
43 omkomen
44 omkomen
45 omkomen
46 omgekomen
47 omgekomen
48 omgekomen
49 omgekomen
50 omgekomen
51 omgekomen
52 om
omkopen (1) | Verb
1 omkopen
2 omkopend
3 omgekocht
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgekocht
11 omgekocht
12 omgekocht
13 omgekocht
14 omgekocht
15 omgekocht
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgekocht
23 omgekocht
24 omgekocht
25 omgekocht
26 omgekocht
27 omgekocht
28 omkopen
29 omkopen
30 omkopen
31 omkopen
32 omkopen
33 omkopen
34 omgekocht
35 omgekocht
36 omgekocht
37 omgekocht
38 omgekocht
39 omgekocht
40 omkopen
41 omkopen
42 omkopen
43 omkopen
44 omkopen
45 omkopen
46 omgekocht
47 omgekocht
48 omgekocht
49 omgekocht
50 omgekocht
51 omgekocht
52 om
ompraten (6) | Verb
1 ompraten
2 ompratend
3 omgepraat
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgepraat
11 omgepraat
12 omgepraat
13 omgepraat
14 omgepraat
15 omgepraat
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgepraat
23 omgepraat
24 omgepraat
25 omgepraat
26 omgepraat
27 omgepraat
28 ompraten
29 ompraten
30 ompraten
31 ompraten
32 ompraten
33 ompraten
34 omgepraat
35 omgepraat
36 omgepraat
37 omgepraat
38 omgepraat
39 omgepraat
40 ompraten
41 ompraten
42 ompraten
43 ompraten
44 ompraten
45 ompraten
46 omgepraat
47 omgepraat
48 omgepraat
49 omgepraat
50 omgepraat
51 omgepraat
52 om
omrijden (16) | Verb
1 omrijden
2 omrijdend
3 omgereden
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 om
11 omgereden
12 omgereden
13 omgereden
14 omgereden
15 omgereden
16 omgereden
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 om
23 omgereden
24 omgereden
25 omgereden
26 omgereden
27 omgereden
28 omgereden
29 omrijden
30 omrijden
31 omrijden
32 omrijden
33 omrijden
34 omrijden
35 omgereden
36 omgereden
37 omgereden
38 omgereden
39 omgereden
40 omgereden
41 omrijden
42 omrijden
43 omrijden
44 omrijden
45 omrijden
46 omrijden
47 omgereden
48 omgereden
49 omgereden
50 omgereden
51 omgereden
52 omgereden
53 om
54 om
omruilen (13) | Verb
1 omruilen
2 omruilend
3 omgeruild
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeruild
11 omgeruild
12 omgeruild
13 omgeruild
14 omgeruild
15 omgeruild
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeruild
23 omgeruild
24 omgeruild
25 omgeruild
26 omgeruild
27 omgeruild
28 omruilen
29 omruilen
30 omruilen
31 omruilen
32 omruilen
33 omruilen
34 omgeruild
35 omgeruild
36 omgeruild
37 omgeruild
38 omgeruild
39 omgeruild
40 omruilen
41 omruilen
42 omruilen
43 omruilen
44 omruilen
45 omruilen
46 omgeruild
47 omgeruild
48 omgeruild
49 omgeruild
50 omgeruild
51 omgeruild
52 om
omschakelen (119) | Verb
1 omschakelen
2 omschakelend
3 omgeschakeld
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeschakeld
11 omgeschakeld
12 omgeschakeld
13 omgeschakeld
14 omgeschakeld
15 omgeschakeld
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeschakeld
23 omgeschakeld
24 omgeschakeld
25 omgeschakeld
26 omgeschakeld
27 omgeschakeld
28 omschakelen
29 omschakelen
30 omschakelen
31 omschakelen
32 omschakelen
33 omschakelen
34 omgeschakeld
35 omgeschakeld
36 omgeschakeld
37 omgeschakeld
38 omgeschakeld
39 omgeschakeld
40 omschakelen
41 omschakelen
42 omschakelen
43 omschakelen
44 omschakelen
45 omschakelen
46 omgeschakeld
47 omgeschakeld
48 omgeschakeld
49 omgeschakeld
50 omgeschakeld
51 omgeschakeld
52 om
omslaan (233) | Verb
1 omslaan
2 omslaand
3 omgeslagen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeslagen
11 omgeslagen
12 omgeslagen
13 omgeslagen
14 omgeslagen
15 omgeslagen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeslagen
23 omgeslagen
24 omgeslagen
25 omgeslagen
26 omgeslagen
27 omgeslagen
28 omslaan
29 omslaan
30 omslaan
31 omslaan
32 omslaan
33 omslaan
34 omgeslagen
35 omgeslagen
36 omgeslagen
37 omgeslagen
38 omgeslagen
39 omgeslagen
40 omslaan
41 omslaan
42 omslaan
43 omslaan
44 omslaan
45 omslaan
46 omgeslagen
47 omgeslagen
48 omgeslagen
49 omgeslagen
50 omgeslagen
51 omgeslagen
52 om
omwaaien (5) | Verb
1 omwaaien
2 omwaaiend
3 omgewaaid
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgewaaid
11 omgewaaid
12 omgewaaid
13 omgewaaid
14 omgewaaid
15 omgewaaid
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 om
23 om
24 om
25 om
26 om
27 om
28 omgewaaid
29 omgewaaid
30 omgewaaid
31 omgewaaid
32 omgewaaid
33 omgewaaid
34 omwaaien
35 omwaaien
36 omwaaien
37 omwaaien
38 omwaaien
39 omwaaien
40 omgewaaid
41 omgewaaid
42 omgewaaid
43 omgewaaid
44 omgewaaid
45 omgewaaid
46 omwaaien
47 omwaaien
48 omwaaien
49 omwaaien
50 omwaaien
51 omwaaien
52 omgewaaid
53 omgewaaid
54 omgewaaid
55 omgewaaid
56 omgewaaid
57 omgewaaid
58 om
omwerken (32) | Verb
1 omwerken
2 omwerkend
3 omgewerkt
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgewerkt
11 omgewerkt
12 omgewerkt
13 omgewerkt
14 omgewerkt
15 omgewerkt
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgewerkt
23 omgewerkt
24 omgewerkt
25 omgewerkt
26 omgewerkt
27 omgewerkt
28 omwerken
29 omwerken
30 omwerken
31 omwerken
32 omwerken
33 omwerken
34 omgewerkt
35 omgewerkt
36 omgewerkt
37 omgewerkt
38 omgewerkt
39 omgewerkt
40 omwerken
41 omwerken
42 omwerken
43 omwerken
44 omwerken
45 omwerken
46 omgewerkt
47 omgewerkt
48 omgewerkt
49 omgewerkt
50 omgewerkt
51 omgewerkt
52 om
omzetten (666) | Verb
1 omzetten
2 omzettend
3 omgezet
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgezet
11 omgezet
12 omgezet
13 omgezet
14 omgezet
15 omgezet
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgezet
23 omgezet
24 omgezet
25 omgezet
26 omgezet
27 omgezet
28 omzetten
29 omzetten
30 omzetten
31 omzetten
32 omzetten
33 omzetten
34 omgezet
35 omgezet
36 omgezet
37 omgezet
38 omgezet
39 omgezet
40 omzetten
41 omzetten
42 omzetten
43 omzetten
44 omzetten
45 omzetten
46 omgezet
47 omgezet
48 omgezet
49 omgezet
50 omgezet
51 omgezet
52 om
ombinden (3) | Verb
1 ombinden
2 ombindend
3 omgebonden
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgebonden
11 omgebonden
12 omgebonden
13 omgebonden
14 omgebonden
15 omgebonden
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgebonden
23 omgebonden
24 omgebonden
25 omgebonden
26 omgebonden
27 omgebonden
28 ombinden
29 ombinden
30 ombinden
31 ombinden
32 ombinden
33 ombinden
34 omgebonden
35 omgebonden
36 omgebonden
37 omgebonden
38 omgebonden
39 omgebonden
40 ombinden
41 ombinden
42 ombinden
43 ombinden
44 ombinden
45 ombinden
46 omgebonden
47 omgebonden
48 omgebonden
49 omgebonden
50 omgebonden
51 omgebonden
52 om
omblazen (2) | Verb
1 omblazen
2 omblazend
3 omgeblazen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeblazen
11 omgeblazen
12 omgeblazen
13 omgeblazen
14 omgeblazen
15 omgeblazen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeblazen
23 omgeblazen
24 omgeblazen
25 omgeblazen
26 omgeblazen
27 omgeblazen
28 omblazen
29 omblazen
30 omblazen
31 omblazen
32 omblazen
33 omblazen
34 omgeblazen
35 omgeblazen
36 omgeblazen
37 omgeblazen
38 omgeblazen
39 omgeblazen
40 omblazen
41 omblazen
42 omblazen
43 omblazen
44 omblazen
45 omblazen
46 omgeblazen
47 omgeblazen
48 omgeblazen
49 omgeblazen
50 omgeblazen
51 omgeblazen
52 om
ombrengen (8) | Verb
1 ombrengen
2 ombrengend
3 omgebracht
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgebracht
11 omgebracht
12 omgebracht
13 omgebracht
14 omgebracht
15 omgebracht
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgebracht
23 omgebracht
24 omgebracht
25 omgebracht
26 omgebracht
27 omgebracht
28 ombrengen
29 ombrengen
30 ombrengen
31 ombrengen
32 ombrengen
33 ombrengen
34 omgebracht
35 omgebracht
36 omgebracht
37 omgebracht
38 omgebracht
39 omgebracht
40 ombrengen
41 ombrengen
42 ombrengen
43 ombrengen
44 ombrengen
45 ombrengen
46 omgebracht
47 omgebracht
48 omgebracht
49 omgebracht
50 omgebracht
51 omgebracht
52 om
omdoen (16) | Verb
1 omdoen
2 omdoend
3 omgedaan
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgedaan
11 omgedaan
12 omgedaan
13 omgedaan
14 omgedaan
15 omgedaan
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgedaan
23 omgedaan
24 omgedaan
25 omgedaan
26 omgedaan
27 omgedaan
28 omdoen
29 omdoen
30 omdoen
31 omdoen
32 omdoen
33 omdoen
34 omgedaan
35 omgedaan
36 omgedaan
37 omgedaan
38 omgedaan
39 omgedaan
40 omdoen
41 omdoen
42 omdoen
43 omdoen
44 omdoen
45 omdoen
46 omgedaan
47 omgedaan
48 omgedaan
49 omgedaan
50 omgedaan
51 omgedaan
52 om
omdragen (4) | Verb
1 omdragen
2 omdragend
3 omgedragen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgedragen
11 omgedragen
12 omgedragen
13 omgedragen
14 omgedragen
15 omgedragen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgedragen
23 omgedragen
24 omgedragen
25 omgedragen
26 omgedragen
27 omgedragen
28 omdragen
29 omdragen
30 omdragen
31 omdragen
32 omdragen
33 omdragen
34 omgedragen
35 omgedragen
36 omgedragen
37 omgedragen
38 omgedragen
39 omgedragen
40 omdragen
41 omdragen
42 omdragen
43 omdragen
44 omdragen
45 omdragen
46 omgedragen
47 omgedragen
48 omgedragen
49 omgedragen
50 omgedragen
51 omgedragen
52 om
omgraven (2) | Verb
1 omgraven
2 omgravend
3 omgegraven
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgegraven
11 omgegraven
12 omgegraven
13 omgegraven
14 omgegraven
15 omgegraven
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgegraven
23 omgegraven
24 omgegraven
25 omgegraven
26 omgegraven
27 omgegraven
28 omgraven
29 omgraven
30 omgraven
31 omgraven
32 omgraven
33 omgraven
34 omgegraven
35 omgegraven
36 omgegraven
37 omgegraven
38 omgegraven
39 omgegraven
40 omgraven
41 omgraven
42 omgraven
43 omgraven
44 omgraven
45 omgraven
46 omgegraven
47 omgegraven
48 omgegraven
49 omgegraven
50 omgegraven
51 omgegraven
52 om
omhalen (8) | Verb
1 omhalen
2 omhalend
3 omgehaald
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgehaald
11 omgehaald
12 omgehaald
13 omgehaald
14 omgehaald
15 omgehaald
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgehaald
23 omgehaald
24 omgehaald
25 omgehaald
26 omgehaald
27 omgehaald
28 omhalen
29 omhalen
30 omhalen
31 omhalen
32 omhalen
33 omhalen
34 omgehaald
35 omgehaald
36 omgehaald
37 omgehaald
38 omgehaald
39 omgehaald
40 omhalen
41 omhalen
42 omhalen
43 omhalen
44 omhalen
45 omhalen
46 omgehaald
47 omgehaald
48 omgehaald
49 omgehaald
50 omgehaald
51 omgehaald
52 om
omhangen (7) | Verb
1 omhangen
2 omhangend
3 omgehangen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgehangen
11 omgehangen
12 omgehangen
13 omgehangen
14 omgehangen
15 omgehangen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgehangen
23 omgehangen
24 omgehangen
25 omgehangen
26 omgehangen
27 omgehangen
28 omhangen
29 omhangen
30 omhangen
31 omhangen
32 omhangen
33 omhangen
34 omgehangen
35 omgehangen
36 omgehangen
37 omgehangen
38 omgehangen
39 omgehangen
40 omhangen
41 omhangen
42 omhangen
43 omhangen
44 omhangen
45 omhangen
46 omgehangen
47 omgehangen
48 omgehangen
49 omgehangen
50 omgehangen
51 omgehangen
52 om
omkeren (113) | Verb
1 omkeren
2 omkerend
3 omgekeerd
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgekeerd
11 omgekeerd
12 omgekeerd
13 omgekeerd
14 omgekeerd
15 omgekeerd
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgekeerd
23 omgekeerd
24 omgekeerd
25 omgekeerd
26 omgekeerd
27 omgekeerd
28 omkeren
29 omkeren
30 omkeren
31 omkeren
32 omkeren
33 omkeren
34 omgekeerd
35 omgekeerd
36 omgekeerd
37 omgekeerd
38 omgekeerd
39 omgekeerd
40 omkeren
41 omkeren
42 omkeren
43 omkeren
44 omkeren
45 omkeren
46 omgekeerd
47 omgekeerd
48 omgekeerd
49 omgekeerd
50 omgekeerd
51 omgekeerd
52 om
omleggen (19) | Verb
1 omleggen
2 omleggend
3 omgelegd
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgelegd
11 omgelegd
12 omgelegd
13 omgelegd
14 omgelegd
15 omgelegd
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgelegd
23 omgelegd
24 omgelegd
25 omgelegd
26 omgelegd
27 omgelegd
28 omleggen
29 omleggen
30 omleggen
31 omleggen
32 omleggen
33 omleggen
34 omgelegd
35 omgelegd
36 omgelegd
37 omgelegd
38 omgelegd
39 omgelegd
40 omleggen
41 omleggen
42 omleggen
43 omleggen
44 omleggen
45 omleggen
46 omgelegd
47 omgelegd
48 omgelegd
49 omgelegd
50 omgelegd
51 omgelegd
52 om
omleiden (75) | Verb
1 omleiden
2 omleidend
3 omgeleid
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeleid
11 omgeleid
12 omgeleid
13 omgeleid
14 omgeleid
15 omgeleid
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeleid
23 omgeleid
24 omgeleid
25 omgeleid
26 omgeleid
27 omgeleid
28 omleiden
29 omleiden
30 omleiden
31 omleiden
32 omleiden
33 omleiden
34 omgeleid
35 omgeleid
36 omgeleid
37 omgeleid
38 omgeleid
39 omgeleid
40 omleiden
41 omleiden
42 omleiden
43 omleiden
44 omleiden
45 omleiden
46 omgeleid
47 omgeleid
48 omgeleid
49 omgeleid
50 omgeleid
51 omgeleid
52 om
omlijsten (17) | Verb
1 omlijsten
2 omlijstend
3 omgelijst
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgelijst
11 omgelijst
12 omgelijst
13 omgelijst
14 omgelijst
15 omgelijst
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgelijst
23 omgelijst
24 omgelijst
25 omgelijst
26 omgelijst
27 omgelijst
28 omlijsten
29 omlijsten
30 omlijsten
31 omlijsten
32 omlijsten
33 omlijsten
34 omgelijst
35 omgelijst
36 omgelijst
37 omgelijst
38 omgelijst
39 omgelijst
40 omlijsten
41 omlijsten
42 omlijsten
43 omlijsten
44 omlijsten
45 omlijsten
46 omgelijst
47 omgelijst
48 omgelijst
49 omgelijst
50 omgelijst
51 omgelijst
52 om
omlopen (63) | Verb
1 omlopen
2 omlopend
3 omgelopen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgelopen
11 omgelopen
12 omgelopen
13 omgelopen
14 omgelopen
15 omgelopen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgelopen
23 omgelopen
24 omgelopen
25 omgelopen
26 omgelopen
27 omgelopen
28 omlopen
29 omlopen
30 omlopen
31 omlopen
32 omlopen
33 omlopen
34 omgelopen
35 omgelopen
36 omgelopen
37 omgelopen
38 omgelopen
39 omgelopen
40 omlopen
41 omlopen
42 omlopen
43 omlopen
44 omlopen
45 omlopen
46 omgelopen
47 omgelopen
48 omgelopen
49 omgelopen
50 omgelopen
51 omgelopen
52 om
omrekenen (65) | Verb
1 omrekenen
2 omrekenend
3 omgerekend
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgerekend
11 omgerekend
12 omgerekend
13 omgerekend
14 omgerekend
15 omgerekend
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgerekend
23 omgerekend
24 omgerekend
25 omgerekend
26 omgerekend
27 omgerekend
28 omrekenen
29 omrekenen
30 omrekenen
31 omrekenen
32 omrekenen
33 omrekenen
34 omgerekend
35 omgerekend
36 omgerekend
37 omgerekend
38 omgerekend
39 omgerekend
40 omrekenen
41 omrekenen
42 omrekenen
43 omrekenen
44 omrekenen
45 omrekenen
46 omgerekend
47 omgerekend
48 omgerekend
49 omgerekend
50 omgerekend
51 omgerekend
52 om
omroepen (16) | Verb
1 omroepen
2 omroepend
3 omgeroepen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeroepen
11 omgeroepen
12 omgeroepen
13 omgeroepen
14 omgeroepen
15 omgeroepen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeroepen
23 omgeroepen
24 omgeroepen
25 omgeroepen
26 omgeroepen
27 omgeroepen
28 omroepen
29 omroepen
30 omroepen
31 omroepen
32 omroepen
33 omroepen
34 omgeroepen
35 omgeroepen
36 omgeroepen
37 omgeroepen
38 omgeroepen
39 omgeroepen
40 omroepen
41 omroepen
42 omroepen
43 omroepen
44 omroepen
45 omroepen
46 omgeroepen
47 omgeroepen
48 omgeroepen
49 omgeroepen
50 omgeroepen
51 omgeroepen
52 om
omschieten (5) | Verb
1 omschieten
2 omschietend
3 omgeschoten
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeschoten
11 omgeschoten
12 omgeschoten
13 omgeschoten
14 omgeschoten
15 omgeschoten
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeschoten
23 omgeschoten
24 omgeschoten
25 omgeschoten
26 omgeschoten
27 omgeschoten
28 omschieten
29 omschieten
30 omschieten
31 omschieten
32 omschieten
33 omschieten
34 omgeschoten
35 omgeschoten
36 omgeschoten
37 omgeschoten
38 omgeschoten
39 omgeschoten
40 omschieten
41 omschieten
42 omschieten
43 omschieten
44 omschieten
45 omschieten
46 omgeschoten
47 omgeschoten
48 omgeschoten
49 omgeschoten
50 omgeschoten
51 omgeschoten
52 om
omsluiten (11) | Verb
1 omsluiten
2 omsluitend
3 omgesloten
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgesloten
11 omgesloten
12 omgesloten
13 omgesloten
14 omgesloten
15 omgesloten
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgesloten
23 omgesloten
24 omgesloten
25 omgesloten
26 omgesloten
27 omgesloten
28 omsluiten
29 omsluiten
30 omsluiten
31 omsluiten
32 omsluiten
33 omsluiten
34 omgesloten
35 omgesloten
36 omgesloten
37 omgesloten
38 omgesloten
39 omgesloten
40 omsluiten
41 omsluiten
42 omsluiten
43 omsluiten
44 omsluiten
45 omsluiten
46 omgesloten
47 omgesloten
48 omgesloten
49 omgesloten
50 omgesloten
51 omgesloten
52 om
omspannen (4) | Verb
1 omspannen
2 omspannend
3 omgespannen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgespannen
11 omgespannen
12 omgespannen
13 omgespannen
14 omgespannen
15 omgespannen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgespannen
23 omgespannen
24 omgespannen
25 omgespannen
26 omgespannen
27 omgespannen
28 omspannen
29 omspannen
30 omspannen
31 omspannen
32 omspannen
33 omspannen
34 omgespannen
35 omgespannen
36 omgespannen
37 omgespannen
38 omgespannen
39 omgespannen
40 omspannen
41 omspannen
42 omspannen
43 omspannen
44 omspannen
45 omspannen
46 omgespannen
47 omgespannen
48 omgespannen
49 omgespannen
50 omgespannen
51 omgespannen
52 om
omstaan (3) | Verb
1 omstaan
2 omstaand
3 omgestaan
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgestaan
11 omgestaan
12 omgestaan
13 omgestaan
14 omgestaan
15 omgestaan
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgestaan
23 omgestaan
24 omgestaan
25 omgestaan
26 omgestaan
27 omgestaan
28 omstaan
29 omstaan
30 omstaan
31 omstaan
32 omstaan
33 omstaan
34 omgestaan
35 omgestaan
36 omgestaan
37 omgestaan
38 omgestaan
39 omgestaan
40 omstaan
41 omstaan
42 omstaan
43 omstaan
44 omstaan
45 omstaan
46 omgestaan
47 omgestaan
48 omgestaan
49 omgestaan
50 omgestaan
51 omgestaan
52 om
omstorten (7) | Verb
1 omstorten
2 omstortend
3 omgestort
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgestort
11 omgestort
12 omgestort
13 omgestort
14 omgestort
15 omgestort
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgestort
23 omgestort
24 omgestort
25 omgestort
26 omgestort
27 omgestort
28 omstorten
29 omstorten
30 omstorten
31 omstorten
32 omstorten
33 omstorten
34 omgestort
35 omgestort
36 omgestort
37 omgestort
38 omgestort
39 omgestort
40 omstorten
41 omstorten
42 omstorten
43 omstorten
44 omstorten
45 omstorten
46 omgestort
47 omgestort
48 omgestort
49 omgestort
50 omgestort
51 omgestort
52 om
omstralen (2) | Verb
1 omstralen
2 omstralend
3 omgestraald
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgestraald
11 omgestraald
12 omgestraald
13 omgestraald
14 omgestraald
15 omgestraald
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgestraald
23 omgestraald
24 omgestraald
25 omgestraald
26 omgestraald
27 omgestraald
28 omstralen
29 omstralen
30 omstralen
31 omstralen
32 omstralen
33 omstralen
34 omgestraald
35 omgestraald
36 omgestraald
37 omgestraald
38 omgestraald
39 omgestraald
40 omstralen
41 omstralen
42 omstralen
43 omstralen
44 omstralen
45 omstralen
46 omgestraald
47 omgestraald
48 omgestraald
49 omgestraald
50 omgestraald
51 omgestraald
52 om
omtrekken (6) | Verb
1 omtrekken
2 omtrekkend
3 omgetrokken
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgetrokken
11 omgetrokken
12 omgetrokken
13 omgetrokken
14 omgetrokken
15 omgetrokken
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgetrokken
23 omgetrokken
24 omgetrokken
25 omgetrokken
26 omgetrokken
27 omgetrokken
28 omtrekken
29 omtrekken
30 omtrekken
31 omtrekken
32 omtrekken
33 omtrekken
34 omgetrokken
35 omgetrokken
36 omgetrokken
37 omgetrokken
38 omgetrokken
39 omgetrokken
40 omtrekken
41 omtrekken
42 omtrekken
43 omtrekken
44 omtrekken
45 omtrekken
46 omgetrokken
47 omgetrokken
48 omgetrokken
49 omgetrokken
50 omgetrokken
51 omgetrokken
52 om
omvallen (29) | Verb
1 omvallen
2 omvallend
3 omgevallen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgevallen
11 omgevallen
12 omgevallen
13 omgevallen
14 omgevallen
15 omgevallen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgevallen
23 omgevallen
24 omgevallen
25 omgevallen
26 omgevallen
27 omgevallen
28 omvallen
29 omvallen
30 omvallen
31 omvallen
32 omvallen
33 omvallen
34 omgevallen
35 omgevallen
36 omgevallen
37 omgevallen
38 omgevallen
39 omgevallen
40 omvallen
41 omvallen
42 omvallen
43 omvallen
44 omvallen
45 omvallen
46 omgevallen
47 omgevallen
48 omgevallen
49 omgevallen
50 omgevallen
51 omgevallen
52 om
omwenden (15) | Verb
1 omwenden
2 omwendend
3 omgewend
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgewend
11 omgewend
12 omgewend
13 omgewend
14 omgewend
15 omgewend
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgewend
23 omgewend
24 omgewend
25 omgewend
26 omgewend
27 omgewend
28 omwenden
29 omwenden
30 omwenden
31 omwenden
32 omwenden
33 omwenden
34 omgewend
35 omgewend
36 omgewend
37 omgewend
38 omgewend
39 omgewend
40 omwenden
41 omwenden
42 omwenden
43 omwenden
44 omwenden
45 omwenden
46 omgewend
47 omgewend
48 omgewend
49 omgewend
50 omgewend
51 omgewend
52 om
omwerpen (21) | Verb
1 omwerpen
2 omwerpend
3 omgeworpen
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgeworpen
11 omgeworpen
12 omgeworpen
13 omgeworpen
14 omgeworpen
15 omgeworpen
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgeworpen
23 omgeworpen
24 omgeworpen
25 omgeworpen
26 omgeworpen
27 omgeworpen
28 omwerpen
29 omwerpen
30 omwerpen
31 omwerpen
32 omwerpen
33 omwerpen
34 omgeworpen
35 omgeworpen
36 omgeworpen
37 omgeworpen
38 omgeworpen
39 omgeworpen
40 omwerpen
41 omwerpen
42 omwerpen
43 omwerpen
44 omwerpen
45 omwerpen
46 omgeworpen
47 omgeworpen
48 omgeworpen
49 omgeworpen
50 omgeworpen
51 omgeworpen
52 om
omwikkelen (59) | Verb
1 omwikkelen
2 omwikkelend
3 omgewikkeld
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgewikkeld
11 omgewikkeld
12 omgewikkeld
13 omgewikkeld
14 omgewikkeld
15 omgewikkeld
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgewikkeld
23 omgewikkeld
24 omgewikkeld
25 omgewikkeld
26 omgewikkeld
27 omgewikkeld
28 omwikkelen
29 omwikkelen
30 omwikkelen
31 omwikkelen
32 omwikkelen
33 omwikkelen
34 omgewikkeld
35 omgewikkeld
36 omgewikkeld
37 omgewikkeld
38 omgewikkeld
39 omgewikkeld
40 omwikkelen
41 omwikkelen
42 omwikkelen
43 omwikkelen
44 omwikkelen
45 omwikkelen
46 omgewikkeld
47 omgewikkeld
48 omgewikkeld
49 omgewikkeld
50 omgewikkeld
51 omgewikkeld
52 om
omwinden (15) | Verb
1 omwinden
2 omwindend
3 omgewonden
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgewonden
11 omgewonden
12 omgewonden
13 omgewonden
14 omgewonden
15 omgewonden
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgewonden
23 omgewonden
24 omgewonden
25 omgewonden
26 omgewonden
27 omgewonden
28 omwinden
29 omwinden
30 omwinden
31 omwinden
32 omwinden
33 omwinden
34 omgewonden
35 omgewonden
36 omgewonden
37 omgewonden
38 omgewonden
39 omgewonden
40 omwinden
41 omwinden
42 omwinden
43 omwinden
44 omwinden
45 omwinden
46 omgewonden
47 omgewonden
48 omgewonden
49 omgewonden
50 omgewonden
51 omgewonden
52 om
omzeggen (2) | Verb
1 omzeggen
2 omzeggend
3 omgezegd
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgezegd
11 omgezegd
12 omgezegd
13 omgezegd
14 omgezegd
15 omgezegd
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 om
23 om
24 om
25 om
26 om
27 om
28 omgezegd
29 omgezegd
30 omgezegd
31 omgezegd
32 omgezegd
33 omgezegd
34 omzeggen
35 omzeggen
36 omzeggen
37 omzeggen
38 omzeggen
39 omzeggen
40 omgezegd
41 omgezegd
42 omgezegd
43 omgezegd
44 omgezegd
45 omgezegd
46 omzeggen
47 omzeggen
48 omzeggen
49 omzeggen
50 omzeggen
51 omzeggen
52 omgezegd
53 omgezegd
54 omgezegd
55 omgezegd
56 omgezegd
57 omgezegd
58 om
omzenden (1) | Verb
1 omzenden
2 omzendend
3 omgezonden
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgezonden
11 omgezonden
12 omgezonden
13 omgezonden
14 omgezonden
15 omgezonden
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgezonden
23 omgezonden
24 omgezonden
25 omgezonden
26 omgezonden
27 omgezonden
28 omzenden
29 omzenden
30 omzenden
31 omzenden
32 omzenden
33 omzenden
34 omgezonden
35 omgezonden
36 omgezonden
37 omgezonden
38 omgezonden
39 omgezonden
40 omzenden
41 omzenden
42 omzenden
43 omzenden
44 omzenden
45 omzenden
46 omgezonden
47 omgezonden
48 omgezonden
49 omgezonden
50 omgezonden
51 omgezonden
52 om
omzien (28) | Verb
1 omzien
2 omziend
3 omzien
4 omgezien
5 omzie
6 om
7 omziet
8 om
9 omziet
10 om
11 omzien
12 om
13 omzien
14 om
15 omzien
16 om
17 omzien
18 omgezien
19 omzien
20 omgezien
21 omzien
22 omgezien
23 omzien
24 omgezien
25 omzien
26 omgezien
27 omzien
28 omgezien
29 omzag
30 om
31 omzag
32 om
33 omzag
34 om
35 omzagen
36 om
37 omzagen
38 om
39 omzagen
40 om
41 omzien
42 omgezien
43 omzien
44 omgezien
45 omzien
46 omgezien
47 omzien
48 omgezien
49 omzien
50 omgezien
51 omzien
52 omgezien
53 omzien
54 omzien
55 omzien
56 omzien
57 omzien
58 omzien
59 omzien
60 omgezien
61 omzien
62 omgezien
63 omzien
64 omgezien
65 omzien
66 omgezien
67 omzien
68 omgezien
69 omzien
70 omgezien
71 omzien
72 omzien
73 omzien
74 omzien
75 omzien
76 omzien
77 omzien
78 omgezien
79 omzien
80 omgezien
81 omzien
82 omgezien
83 omzien
84 omgezien
85 omzien
86 omgezien
87 omzien
88 omgezien
89 omzie
90 om
omzoeken (2) | Verb
1 omzoeken
2 omzoekend
3 omgezocht
4 om
5 om
6 om
7 om
8 om
9 om
10 omgezocht
11 omgezocht
12 omgezocht
13 omgezocht
14 omgezocht
15 omgezocht
16 om
17 om
18 om
19 om
20 om
21 om
22 omgezocht
23 omgezocht
24 omgezocht
25 omgezocht
26 omgezocht
27 omgezocht
28 omzoeken
29 omzoeken
30 omzoeken
31 omzoeken
32 omzoeken
33 omzoeken
34 omgezocht
35 omgezocht
36 omgezocht
37 omgezocht
38 omgezocht
39 omgezocht
40 omzoeken
41 omzoeken
42 omzoeken
43 omzoeken
44 omzoeken
45 omzoeken
46 omgezocht
47 omgezocht
48 omgezocht
49 omgezocht
50 omgezocht
51 omgezocht
52 om
om (49) | Preposition
om
om (16) | Adverb
om
om (26) | Noun
om singular singular
omschrijven (83) | Verb
1 omschrijven
2 omschrijvend
3 omschreven
4 omgeschreven
5 omschrijf
6 om
7 omschrijft
8 om
9 omschrijft
10 om
11 omschrijven
12 om
13 omschrijven
14 om
15 omschrijven
16 om
17 omschreven
18 omgeschreven
19 omschreven
20 omgeschreven
21 omschreven
22 omgeschreven
23 omschreven
24 omgeschreven
25 omschreven
26 omgeschreven
27 omschreven
28 omgeschreven
29 omschreef
30 om
31 omschreef
32 om
33 omschreef
34 om
35 omschreven
36 om
37 omschreven
38 om
39 omschreven
40 om
41 omschreven
42 omgeschreven
43 omschreven
44 omgeschreven
45 omschreven
46 omgeschreven
47 omschreven
48 omgeschreven
49 omschreven
50 omgeschreven
51 omschreven
52 omgeschreven
53 omschrijven
54 omschrijven
55 omschrijven
56 omschrijven
57 omschrijven
58 omschrijven
59 omschreven
60 omgeschreven
61 omschreven
62 omgeschreven
63 omschreven
64 omgeschreven
65 omschreven
66 omgeschreven
67 omschreven
68 omgeschreven
69 omschreven
70 omgeschreven
71 omschrijven
72 omschrijven
73 omschrijven
74 omschrijven
75 omschrijven
76 omschrijven
77 omschreven
78 omgeschreven
79 omschreven
80 omgeschreven
81 omschreven
82 omgeschreven
83 omschreven
84 omgeschreven
85 omschreven
86 omgeschreven
87 omschreven
88 omgeschreven
89 omschrijf
90 om
om (22) | Adjective
om
ome
omer
omers
omere
omst
omste
omen
omen (6699) | Verb
1 omen
2 omend
3 omen
4 om
5 omt
6 omt
7 omen
8 omen
9 omen
10 omen
11 omen
12 omen
13 omen
14 omen
15 omen
16 wam
17 wam
18 wam
19 wamen
20 wamen
21 wamen
22 omen
23 omen
24 omen
25 omen
26 omen
27 omen
28 omen
29 omen
30 omen
31 omen
32 omen
33 omen
34 omen
35 omen
36 omen
37 omen
38 omen
39 omen
40 omen
41 omen
42 omen
43 omen
44 omen
45 omen
46 omen
47 omen
48 omen
49 omen
50 omen
51 omen
52 om