DictionaryForumContacts

Morphology analysis
neerslag (1079) | Noun, masculine
neerslag singular singular
neerslagen plural plural
neersliggen | Verb
1 neersliggen
2 neersliggend
3 geneerslegen
4 neerslig
5 neersligt
6 neersligt
7 neersliggen
8 neersliggen
9 neersliggen
10 geneerslegen
11 geneerslegen
12 geneerslegen
13 geneerslegen
14 geneerslegen
15 geneerslegen
16 neerslag
17 neerslag
18 neerslag
19 neerslagen
20 neerslagen
21 neerslagen
22 geneerslegen
23 geneerslegen
24 geneerslegen
25 geneerslegen
26 geneerslegen
27 geneerslegen
28 neersliggen
29 neersliggen
30 neersliggen
31 neersliggen
32 neersliggen
33 neersliggen
34 geneerslegen
35 geneerslegen
36 geneerslegen
37 geneerslegen
38 geneerslegen
39 geneerslegen
40 neersliggen
41 neersliggen
42 neersliggen
43 neersliggen
44 neersliggen
45 neersliggen
46 geneerslegen
47 geneerslegen
48 geneerslegen
49 geneerslegen
50 geneerslegen
51 geneerslegen
52 neerslig