DictionaryForumContacts

Morphology analysis
groots (205) | Adjective
groots
grootse
grootser
grootsers
grootsere
grootst
grootste
grootsen
groots (1) | Noun
groots singular singular
grootsen (1) | Verb
1 grootsen
2 grootsend
3 gegrootst
4 groots
5 grootst
6 grootst
7 grootsen
8 grootsen
9 grootsen
10 gegrootst
11 gegrootst
12 gegrootst
13 gegrootst
14 gegrootst
15 gegrootst
16 grootste
17 grootste
18 grootste
19 grootsten
20 grootsten
21 grootsten
22 gegrootst
23 gegrootst
24 gegrootst
25 gegrootst
26 gegrootst
27 gegrootst
28 grootsen
29 grootsen
30 grootsen
31 grootsen
32 grootsen
33 grootsen
34 gegrootst
35 gegrootst
36 gegrootst
37 gegrootst
38 gegrootst
39 gegrootst
40 grootsen
41 grootsen
42 grootsen
43 grootsen
44 grootsen
45 grootsen
46 gegrootst
47 gegrootst
48 gegrootst
49 gegrootst
50 gegrootst
51 gegrootst
52 groots