DictionaryForumContacts

Morphology analysis
aangrijpen (10) | Adjective
aangrijpen
aangrijap (32) | Noun, masculine
aangrijap singular singular
aangrijpen plural plural
aangrijpen (27) | Verb
1 aangrijpen
2 aangrijpend
3 aangrgrepen
4 aangrijp
5 aangrijpt
6 aangrijpt
7 aangrijpen
8 aangrijpen
9 aangrijpen
10 aangrgrepen
11 aangrgrepen
12 aangrgrepen
13 aangrgrepen
14 aangrgrepen
15 aangrgrepen
16 aangreep
17 aangreep
18 aangreep
19 aangrepen
20 aangrepen
21 aangrepen
22 aangrgrepen
23 aangrgrepen
24 aangrgrepen
25 aangrgrepen
26 aangrgrepen
27 aangrgrepen
28 aangrijpen
29 aangrijpen
30 aangrijpen
31 aangrijpen
32 aangrijpen
33 aangrijpen
34 aangrgrepen
35 aangrgrepen
36 aangrgrepen
37 aangrgrepen
38 aangrgrepen
39 aangrgrepen
40 aangrijpen
41 aangrijpen
42 aangrijpen
43 aangrijpen
44 aangrijpen
45 aangrijpen
46 aangrgrepen
47 aangrgrepen
48 aangrgrepen
49 aangrgrepen
50 aangrgrepen
51 aangrgrepen
52 aangrijp