DictionaryForumContacts

Morphology analysis
voorstel (899) | Noun, neuter
voorstel singular singular
voorstellen plural plural
voorstelen (13) | Verb
1 voorstelen
2 voorstelend
3 gevoorsteld
4 voorstel
5 voorstelt
6 voorstelt
7 voorstelen
8 voorstelen
9 voorstelen
10 gevoorsteld
11 gevoorsteld
12 gevoorsteld
13 gevoorsteld
14 gevoorsteld
15 gevoorsteld
16 voorstelde
17 voorstelde
18 voorstelde
19 voorstelden
20 voorstelden
21 voorstelden
22 gevoorsteld
23 gevoorsteld
24 gevoorsteld
25 gevoorsteld
26 gevoorsteld
27 gevoorsteld
28 voorstelen
29 voorstelen
30 voorstelen
31 voorstelen
32 voorstelen
33 voorstelen
34 gevoorsteld
35 gevoorsteld
36 gevoorsteld
37 gevoorsteld
38 gevoorsteld
39 gevoorsteld
40 voorstelen
41 voorstelen
42 voorstelen
43 voorstelen
44 voorstelen
45 voorstelen
46 gevoorsteld
47 gevoorsteld
48 gevoorsteld
49 gevoorsteld
50 gevoorsteld
51 gevoorsteld
52 voorstel
voorstel | Adjective
voorstel