1	aannoten
2	aannotend
3	aangenotd
4	not
5	nott
6	nott
7	noten
8	noten
9	noten
10	aangenotd
11	aangenotd
12	aangenotd
13	aangenotd
14	aangenotd
15	aangenotd
16	notde
17	notde
18	notde
19	notden
20	notden
21	notden
22	aangenotd
23	aangenotd
24	aangenotd
25	aangenotd
26	aangenotd
27	aangenotd
28	aannoten
29	aannoten
30	aannoten
31	aannoten
32	aannoten
33	aannoten
34	aangenotd
35	aangenotd
36	aangenotd
37	aangenotd
38	aangenotd
39	aangenotd
40	aannoten
41	aannoten
42	aannoten
43	aannoten
44	aannoten
45	aannoten
46	aangenotd
47	aangenotd
48	aangenotd
49	aangenotd
50	aangenotd
51	aangenotd
52	not

	noot	singular	singular
	noten	plural	plural

1	nieten
2	nietend
3	noten
4	niet
5	niet
6	niet
7	nieten
8	nieten
9	nieten
10	noten
11	noten
12	noten
13	noten
14	noten
15	noten
16	noot
17	noot
18	noot
19	noten
20	noten
21	noten
22	noten
23	noten
24	noten
25	noten
26	noten
27	noten
28	nieten
29	nieten
30	nieten
31	nieten
32	nieten
33	nieten
34	noten
35	noten
36	noten
37	noten
38	noten
39	noten
40	nieten
41	nieten
42	nieten
43	nieten
44	nieten
45	nieten
46	noten
47	noten
48	noten
49	noten
50	noten
51	noten
52	niet