schelen – phrases

Terms containing schelen | all forms

Subject	Dutch	Russian
gen.	dat scheelt als dag en nacht	это отличается как день от ночи
gen.	het kan me geen cent schelen	мне всё равно
gen.	het kan me geen cent schelen	мне безразлично
rude	het kan me geen moer schelen	мне до лампочки (Сова)
rude	het kan me geen moer schelen	меня это не колышет (Сова)
gen.	het kan me niets schelen	мне всё равно ((c) Vasstar 'More)
gen.	het scheelt hem in het hoofd	он глуповат
fig.	het scheelt hem in zijn bovenkamer	у него не все дома
gen.	met schele ogen aankijken	завидовать
gen.	iem. met schele ogen aanzien	смотреть косо (на кого-л.)
gen.	mij kan het niets schelen	мне все равно (miss_cum)
gen.	schele hoofdpijn	мигрень
gen.	wat scheelt er aan?	что с тобой?
gen.	Wat scheelt eraan?	В чём дело? На что жалуетесь? ('More)
gen.	wat scheelt eraan?	на что жалуетесь? (доктор спрашивает пациента Janneke Groeneveld)
gen.	wat scheelt u?	что с вами?